Om een medische innovatie op de markt te brengen is vaak zeer grondig onderzoek en grote hoeveelheden bewijs nodig. De (kwantitatieve) onderbouwing van beleidsveranderingen in de stad, zelfs bij hele grote transities als de decentralisatie van het sociaal domein, is vaak niet meer dan een rapport van enkele pagina’s. Dat maakt het realiseren van persoonlijke stokpaardjes eenvoudig, maar kan zowel financieel als sociaal grote (negatieve) gevolgen hebben.
Donderdag 29 november 2018 was de 10e editie van ahti Connect over Evidence-based policy in de stad. Duco Stuurman (directeur Sociaal Domein) van de gemeente Amsterdam en Levi van Dam (kwartiermaker) en Arjan de Jager (onderzoeker) van Garage2020, vertelden hoe zij kwantitatieve data van de stad en haar inwoners gebruikt om beter beleid te maken.
Van ouderwetse beleidsclub naar data gedreven organisatie
Als directeur van het Sociaal Domein beschikt Duco Stuurman over grote hoeveelheden data waaronder gegevens over sociale diensten, onderwijs en schooltuinen. Vergeleken met andere Nederlandse steden, heeft Amsterdam toegang tot veel waardevolle data. Dit is een belangrijk uitgangspunt om interventies meer op feiten te baseren en de ketens beter te laten functioneren.
“Op dit moment kunnen wij mensen met meer dan één probleem niet goed genoeg helpen.”
De gemeente Amsterdam werkte tot nu toe vooral in silo’s en stelde data niet ter beschikking voor anderen. Zij ziet het als haar opgave om informatie met elkaar te verbinden. Maar ook om verbanden en patronen in de data te vinden. De Gemeente wil met verschillende initiatieven ervoor zorgen dat in de toekomst budgetten en capaciteiten steeds meer ingezet worden op gebieden waar dat echt nodig is. Een voorbeeld van zo’n initiatief is het project ‘Zicht en Grip op Sociaal’, waar ahti ook bij betrokken is. Binnen dit project worden er verschillende databronnen uit het Sociaal Domein gecombineerd en vervolgens verrijkt met demografische gegevens over individuen en huishoudens. Hieruit blijkt bijvoorbeeld dat men vaak tegelijkertijd gebruik maakt van inkomens- en zorgdiensten. Uiteindelijk kan op basis van deze inzichten de dienstverlening aan inwoners verbeterd worden.
Feit en Fictie worden vaak door elkaar gehaald
Nog steeds wordt veel beleid zonder voldoende onderbouwing maken. Elk jaar komen er in de stad, op aanvraag van ouders, meer gymnasium scholen bij om ervoor te zorgen dat hun kinderen de beste opleiding ontvangen. Tegelijkertijd is het aantal kinderen dat graag naar een school met interne doorgroeimogelijkheden zouden willen, juist heel groot. Het blijkt dus dat de maatschappelijke discussie feitelijk niet bij de wensen van de kinderen past.
Om de zorg goedkoper te maken, moet meer geld naar de gemeente
Vergeleken met alle andere partijen in de zorg, heeft de gemeente Amsterdam het kleinste potje beschikbaar. Terwijl juist in deze zorgverlening veel duurdere kosten voorkomen kunnen worden. Het anders inrichten van het zorgstelsel en het ter beschikking stellen van data aan ketenpartners zou meer inzicht kunnen geven in de klantstromen. Op die manier kunnen logistieke processen efficiënter worden gemaakt, bijvoorbeeld in de groeiende ouderenzorg.
Garage2020 wil huidige jeugdhulp overbodig maken
Garage2020, een netwerk van werkplaatsen om vraagstukken binnen de jeugdhulp vanuit een andere invalshoek te bekijken, is gestart op een moment waar de zorgvraag steeg en investeringen daalden. Feit is dat mensen steeds eerder aankloppen met hun hulpvraag. Garge2020 wil daarom de jeugdhulp zoals zij nu is ingericht, overbodig maken. Zij denken niet alleen uit het perspectief van de zorgprofessionals maar betrekken ook experts zoals design thinkers en data scientists.
Biofeedback tegen agressie in de gesloten jeugdhulp
Garage2020 werd door de directrice van ‘De Koppeling’, een gesloten jeugdhulp instelling in Zuidoost, benadert om een oplossing te bedenken om de agressie van jongeren op die plek te verminderen. Hiervoor ontvangen jongeren biofeedback in de vorm van trillingen via een klein apparaat dat bij hoge stresslevels afgaat. Het idee hierachter is dat jongeren hun eigen agressie beter kunnen reguleren als zij er bewust van zijn. Door het werken met Design Thinkers kun je beter ‘out of the box’ denken wat betreft de interactie met jongeren.
In Nederland worden te veel kinderen uit huis geplaatst
Als een kind uit huis geplaats wordt, is dat vaak het laatste onvermijdelijke redmiddel. Vooral omdat de veiligheid van het kind niet meer gegarandeerd kan worden. Dit kost de gemeente jaarlijks rond de 100.000 euro. Data over risicofactoren van kinderen en hun ouders kunnen helpen bij het voorspellen en voorkomen van ongewenste uithuisplaatsingen. Het aantal jeugdhulptrajecten of het soort traject kunnen bijvoorbeeld als risicofactor gebruikt worden.
De toepasbaarheid van uitkomsten blijft moeilijk
De ‘risico taxatie app’, een dashboard dat door hulpverleners gebruikt en ingevuld kan worden, geeft op basis van een achterliggend model een risico-indicatie voor uithuisplaatsing. Op dit moment maken 60 hulpverleners hier gebruik van. In januari wordt deze applicatie officieel gelanceerd. Voor hulpverleners die tijdens een gesprek niet achter de computer willen zitten maar liever met het kind en de ouders samenwerken, is er een andere oplossing. Hiervoor is de extra teamlid applicatie. Hier kunnen hulpverleners en cliënten samen overleggen en beslissen over vervolgtrajecten.
Niet ‘van wie is data’ maar ‘wie doet wat met de inzichten’
Door het pseudonimiseren of anonimiseren van de gegevens wordt ervoor gezorgd dat de privacy van individuen beschermd blijft. Daardoor zijn we vaak maanden bezig met het regelen van de privacy en eigenaarschap van gegevens. Terwijl het interessanter is om te kijken wie uiteindelijk iets met de inzichten doet. In Engeland wordt bijvoorbeeld data teruggegeven aan de burgers om het besluit niet meer bij de gemeente maar bij de community te leggen.
Door het stimuleren van partijen zoals Garage2020 en het beschikbaar stellen van de juiste infrastructuur en data, zorgt de gemeente Amsterdam ervoor dat niet alleen bedrijven zoals Google en Alibaba gebruik maken van onze gegevens maar juist wijzelf.