De Nederlandse gezondheidszorg staat bekend om haar uitstekende kwaliteit en brede toegankelijkheid. Toch is ook in Nederland gezondheid niet voor iedereen vanzelfsprekend. Mensen met de laagste inkomens leven gemiddeld korter dan mensen met de hoogste inkomens. En het verschil in gezonde levensverwachting is met ruim 22 jaar nóg groter.
“Het in kaart brengen van sociaaleconomische verschillen in zorgkosten en -gebruik geeft aanleiding tot het anders organiseren van zorg voor deze kwetsbare mensen”
Sociaaleconomische verschillen in zorggebruik en zorgkosten
Sociaaleconomische verschillen hebben niet alleen invloed op de levensverwachting, maar zijn ook duidelijk zichtbaar in het zorggebruik en de bijbehorende kosten. Binnen de laagste inkomensgroepen zien we aanzienlijke verschillen in zorgconsumptie. Zo is 20% van de mensen in deze inkomensgroep verantwoordelijk voor 80% van de totale kosten binnen de zorgverzekeringswet.
Deze intensieve zorggebruikers maken vooral veel gebruik van specialistische geestelijke gezondheidszorg (GGZ) en wijkverpleging. Daarnaast maken zij vaker gebruik van inkomensondersteunende regelingen, de Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO) en verpleging thuis. Ook op het gebied van medicatiegebruik valt op dat deze groep vaak medicijnen gebruikt voor zowel psychische als lichamelijke klachten, evenals voor meerdere leefstijlgerelateerde aandoeningen tegelijkertijd.
Gezondheidspotentieel en kostenbesparing in de zorg
Er ligt een enorm “gezondheidspotentieel” binnen de laagste inkomensgroepen in Nederland. Als de gezondheid van mensen met de laagste inkomens (een huishoudinkomen tot 120% van het sociaal minimum) zou verbeteren naar het niveau van mensen met een iets hoger inkomen (tot 160% van het sociaal minimum), zou dit aanzienlijke gezondheidswinst opleveren. Deze verbetering kan op nationaal niveau resulteren in een potentiële besparing van wel €1 miljard aan zorgverzekeringswetkosten.
Een lokale aanpak om gezondheidspotentieel te realiseren
Om dit gezondheidspotentieel te benutten, is een brede en lokale aanpak essentieel. Hierbij moet aandacht worden besteed aan de ondersteuning van zowel somatische als psychische en sociale problemen. Dit is niet alleen van groot belang voor de mensen die met deze uitdagingen te maken hebben, maar ook voor de maatschappij als geheel.