Ongelijkheid in zorggebruik tijdens de COVID-19 pandemie
Had iedereen evenredige toegang tot zorg tijdens de COVID-19 pandemie? Ons onderzoek, vorige week gepubliceerd in Nature Communications, duikt dieper in op deze vraag.
Tijdens de COVID-19 pandemie zagen we iets opmerkelijks: zorg werd een schaars goed. De pandemie zorgde ervoor dat veel mensen geen toegang hadden tot de zorg die ze anders gebruikt hadden. Lange tijd is het onduidelijk geweest of deze reductie in reguliere zorg iedereen op dezelfde manier geraakt heeft. Met een schat aan data uit het Nederlandse zorgstelsel en bevolkingsregisters (CBS Microdata, data van Vektis), hebben we het werkelijke gebruik van ziekenhuiszorg in 2020 en 2021 vergeleken met wat we hadden verwacht zonder de pandemie.
De uitkomsten zijn verhelderend: een afname van 10% in 2020 en 3% in 2021 in het aantal patiënten dat wekelijks zorg ontving, met een onevenredig grote impact op mensen onder de armoedegrens, vrouwen, ouderen, en mensen met een migratieachtergrond. Vooral in de eerste golf en bij minder urgente zorg was dit effect sterk. Ondanks dat de afname in gebruik van ziekenhuiszorg iets verminderde na de initiële pandemie-schok, bleven de ongelijkheden bestaan.
Onze bevindingen leggen een belangrijk maatschappelijk probleem bloot: de pandemie heeft niet alleen direct gezondheidsleed veroorzaakt, maar ook sporen achtergelaten in de toegang tot medische zorg voor verschillende groepen in onze samenleving. Dit onderzoek benadrukt de noodzaak om de zorg toegankelijker en gelijker te maken voor iedereen, met name in een crisis situatie waarin zorgaanbod plotseling verandert.
Benieuwd naar het volledige onderzoek?
Lees hier verder, of bekijk ons dashboard.