Sinds 2019 werkt ahti samen met gemeente Amsterdam, de Vrije Universiteit Amsterdam (VU) en Erasmus Universiteit Rotterdam om inzicht te bieden op de zorgpaden tussen verschillende onderdelen van de geestelijke gezondheidszorg (GGZ) in Amsterdam. Door de zorgtransitie in 2015 is gemeente Amsterdam verantwoordelijk via de WMO (Wet Maatschappelijke Ondersteuning) voor Beschermd Wonen. Tegenwoordig maken steeds meer mensen daar gebruik van, terwijl de kosten van de dagopvang via de MO (Maatschappelijke Ondersteuning) niet minder wordt. Hierdoor heeft de gemeente dubbele kosten. Met dit onderzoek proberen we te achterhalen of mensen de juiste hoeveelheid zorg ontvangen. Ahti combineert meerdere databestanden met gekoppelde informatie op persoonsniveau binnen een beveiligde CBS-omgeving. De resultaten visualiseren we in grafieken om inzicht te geven in het zorggebruik en de zorgpaden. De uitkomsten maken we beschikbaar voor een breed publiek .
Krijgen mensen sinds de zorgtransitie de juiste geestelijke gezondheidszorg?
Mensen met psychische klachten kunnen op verschillende manieren zorg ontvangen: van intramurale intensieve zorg tot lichte ambulante hulp. Gemeente Amsterdam heeft als doelstelling om adequate zorg te garanderen, niet te weinig maar ook niet teveel zorg. Zo’n 50.000 Amsterdammers komen in aanraking met de GGZ.
In 2018 werden 1387 woningen gebruikt voor Beschermd Wonen t.o.v. 832 in 2017, terwijl er geen daling is in het gebruik van de 24-uurs bedden die via de Maatschappelijke Ondersteuning (MO) beschikbaar waren voor mensen die niet zelfstandig kunnen wonen. Daarmee zijn er dus dubbele kosten voor de gemeente, terwijl er juist een doelstelling is om mensen sneller zelfstandig te laten wonen en de druk op de begroting minder te maken. Daarom wil de gemeente inzicht krijgen in de zorgpaden in de GGZ om daar het beleid beter op te laten aansluiten.
In dit project maken we een onderscheid tussen verschillende vormen van geestelijke gezondheidszorg:
1. Intramurale specialistische GGZ
2. Beschermd wonen
3. Ambulante zorg
4. Passieve ambulante zorg
Inzicht krijgen in en de samenwerking bevorderen tussen GGZ-partijen in Amsterdam
In de eerste fase onderzoeken we welk type patiënt (diagnose, demografische kenmerken, sociaaleconomische kenmerken) gebruikt maakt van welk type zorg. Ook bekijken we de transities van patiënten tussen de vier zorgvormen. Zo willen we onderzoeken of mensen gepaste zorg ontvangen, ofwel de juiste zorg (niet te veel en niet te weinig).
In de tweede fase vergelijken we het zorggebruik tussen 2014 en 2015 (voor en na de zorgtransitie) waarbij de gemeente Amsterdam ineens verantwoordelijk is voor het uitvoeren van Beschermd Wonen. Hierin onderzoeken we of de patronen in zorggebruik veranderd zijn, net zoals de compositie van patiëntpopulaties.
Zo willen we erachter komen of Amsterdammers adequate geestelijke gezondheidszorg krijgen. In 2015 was er een zorgtransitie waarbij de zorgtaken (gedeeltelijk) overgeheveld zijn van het Rijk naar de gemeenten, o.a. via de WMO. Daarom vergelijken we de cijfers van 2014 (voor de zorgtransitie in 2015) met zorgdata van 2015-2016 om erachter te komen wat er gebeurde met psychische patiënten in Amsterdam na de invoering van de WMO. We kijken naar patronen achter het gebruik van specialistische GGZ, logistische regressie op het niveau van individuen en transities van patiënten tussen verschillende zorgvormen.
Status GGZ op Maat
We hebben de analyses afgerond en gepresenteerd aan de gemeente Amsterdam.
Met de resultaten van de analyses krijgen de partijen inzicht in:
• Wat voor type mensen (met welke demografische kenmerken) gebruik maken van de WMO voorziening Beschermd Wonen
• Hoe de in- en uitstroom van de patienten in veranderd na de zorgtransitie
De gemeente gebruikt deze analyses om nieuwe stappen in het beleid te plannen.
Partners
- Gemeente Amsterdam
- Erasmus Universiteit Rotterdam
Contact
Wil je meer informatie of heb je vragen? Neem contact op met Rachel van Beem (Head of Projects).