De Zorg2025-bijeenkomst is een initiatief van Amsterdam Economic Board, Kamer van Koophandel, Rabobank, SIGRA en ahti, waarbij steeds een ander thema centraal staat. Dit keer dus de groei van de regio, die ook gevolgen heeft voor de zorg.
Niet-humaan
Een op de zeven mensen werkt in de zorg, schetst Michiel Heidenrijk van ahti, een van de organisatoren van vandaag. Zijn instituut is een publiek-private samenwerking om innovatie en ondernemerschap in de zorg te stimuleren. “Life Sciences & health is de grootste bedrijfssector en tegelijkertijd een belangrijk publiek goed met een enorme maatschappelijke kostprijs. De gezondheidszorg kost alleen al in Amsterdam zo’n 4,5 miljard euro. Als je de waarde van de zorg al 1% verbetert, gaat het al om een groot bedrag, en belangrijker nog om een grote potentiële gezondheidswinst.”
Dat mensen met een lage SES (Sociaal Economische Status) zes jaar korter leven en vijftien jaar minder lang in goede gezondheid leven, vindt Heidenrijk schokkend. “Dat is niet alleen niet-humaan, maar de gevolgen gaan de gezondheidsverschillen voorbij en dat maakt het ook politiek en economisch zeer relevant. Wij zijn er met z’n allen verantwoordelijk voor om dat gat zo klein mogelijk te krijgen.” Wat kan helpen? Meer investeren in preventie. “Dat is bewezen effectief, maar tegelijkertijd ook lastig uitvoerbaar. En de kosten en de baten zitten niet bij een partij. Dat gaat niet over één nieuwe pil, maar over honderden kleine maatregelen.”
Bouw- en geneeskunde
Clementine Mol is bouwkundig arts bij Royal HaskoningDHV. “Ik probeer in die rol de brug te vormen tussen de medische wereld en de technische-design wereld”, legt ze uit. “Hoe kunnen we met het ontwerpen van onze fysieke leefomgeving een bijdrage leveren aan gezondheid?” Mol haalt het concept positieve gezondheid van Machteld Huber erbij. Dat gaat over zes dimensies: “De leefomgeving heeft invloed op elk van die dimensies. Hoe kunnen we bijvoorbeeld zorgen dat mensen bewegen in plaats van stilzitten? En hoe kunnen we de omgeving een bijdrage laten leveren aan zingeving, kwaliteit van leven en ons dagelijks functioneren?”
Zakmesvastgoed
Vandaag focust ze zich op de fysieke zorgomgeving; de fysieke omgeving waarin zorg wordt aangeboden. Grote veranderingen in de zorg, aan zowel de vraag- als de aanbodzijde, maken dat ons zorgvastgoed zal moeten veranderen. Ze noemt een paar voorbeelden; “De ligduur in de zorg neemt af. De ziekte staat niet meer centraal, maar de manier waarop de patiënt daarmee kan omgaan en hoe hij zelf de regie kan blijven voeren.” In het Delphi-onderzoek ‘De transitie naar het zorglandschap van 2030’ keek Royal HaskoningDHV met verschillende experts naar de toekomst van de zorg en wat die betekent voor het zorgvastgoed.
De conclusie: er is een duidelijke mismatch tussen ons huidige zorgvastgoed en ons gewenste zorgvastgoed in de toekomst. In het Delphi onderzoek worden 2 strategieën beschreven hoe we om kunnen gaan met ons huidige zorgvastgoed. De eerste strategie gaat ervan uit dat het huidige zorgvastgoed te groot en te specifiek is en de enige mogelijkheid krimp is. De andere strategie die genoemd wordt is het huidige zorgvastgoed te zien als de grondstof voor de transitie. “Lege ruimtes in zorggebouwen kunnen we opvullen met nieuwe functies en er zo een bedrijfsverzamel-gebouw van maken.” Op het scherm verschijnt een Zwitsers zakmes, dat voor veel verschillende functies gebruikt kan worden. “We kunnen de toekomstige zorgvraag nooit precies voorspellen, dus moeten we het zorgvastgoed toekomstbestendig maken; de patiënt, zorgprofessional en het zorgproces centraal stellen en het vastgoed flexibel en multifunctioneel maken zodat we het vastgoed kunnen aanpassen aan de benodigde functies van dat moment. We moeten dus naar “zakmesvastgoed”.
2,4 miljoen voor zorginnovatie
Femke Blokhuis en Nesrine Bouhab vertellen over het Actieprogramma Life Sciences & Health Amsterdam, dat de gemeente Amsterdam samen met Amsterdam Economic Board ontwikkelde. De gemeente investeert de komende jaren 2,4 miljoen om zo de regio het centrum te maken van gezondheid in combinatie met data en kunstmatige intelligentie (AI). Doel is meer economische activiteit, werkgelegenheid én verbetering van zorg.
De Brexit en de de komst van de EMA vormden de trigger voor het plan. “Wij willen dat heel Nederland hiervan gaat meeprofiteren, dus we trekken op met andere regio’s om buitenlandse bedrijven aan te moedigen zich hier te vestigen”, zegt Bouhab. En dat is geen kleine opgave: er zijn wereldwijd ongeveer 230 clusters die zich op Life Science & Health (LSH) richten en die allemaal strijden om talent, bedrijven en kapitaal naar zich toe te trekken en een toppositie als LSH-regio te verwerven.
Nieuwe propositie
Het beter profileren en uitbouwen van Amsterdam als Life Sciences & Health hub is dus nu relevant en nodig. Onze regio is excellent in het analyseren van data. Daarnaast blinken we uit op een aantal medische gebieden. Vandaar de keuze om Amsterdam te profileren als de Life Sciences & Health plek waar kunstmatige intelligentie en data science samenkomen met gezondheid. Deze propositie, met een aansprekend merk, wordt ‘as we speak’ ontwikkeld.
Ook het innovatie- en vestigingsbeleid moet volgens het actieplan extra aandacht krijgen. De MRA onderscheidt zich onder meer met de toegang tot Europa, de kwaliteit van leven in de regio en de veiligheid ervan, de toegang tot talent, de digitale connectiviteit en het sterke business ecosysteem. De gemeente kan zich hiermee internationaal profileren zal tegelijkertijd deze sterke punten blijven uitbouwen.
Aan de LSH Community wordt al hard gewerkt, de Amsterdam Economic Board organiseert vier keer per jaar het Amsterdam Life Sciences Café en maandelijkse de druk bezochte Medical Data & Pizza Sessies. Daarnaast zijn ze mede-initiatiefnemer om afgelopen april de Dutch Health Hackaton naar Amsterdam te halen. Het actieprogramma werkt verder aan een samenwerking met World Summit AI, in oktober van dit jaar.
De gemeenteraad ging akkoord met het plan, maar vroeg wel wat meer aandacht voor het inclusiever maken van de sector. “De stad wordt steeds diverser, maar de sector blinkt nog niet echt uit in diversiteit”, zegt Blokhuis. “Als jullie tips hebben om onze LSH-hub inclusiever te maken, horen we dat dus graag.”
Meedenken met Blokhuis en Bouhab? Mail je input naar lsh@amsterdam.nl
Gezondheid in stedenbouw
Menno Moerman, stedenbouwkundige bij INBO, schetst hoe stedenbouwkunde als discipline zich ontwikkelde vanuit een gezondheidsperspectief. Het ontstond tijdens de industrialisatie, toen grote groepen mensen bij elkaar gingen wonen en er bijvoorbeeld veel cholerabesmettingen waren. Vreemd genoeg is de relatie tussen gezondheid en stedenbouw vanaf de jaren zeventig lange tijd uit het oog verloren. “Ik studeerde in de jaren negentig”, zegt Moerman. “Toen was relatie gezondheid stedenbouw zeker geen thema dat in de belangstelling stond”. Gelukkig is er de laatste jaren binnen de stedenbouw een revival van het onderwerp.”
Sociale gezondheid
Wat kan de stedenbouwkundige doen? Die kan in zijn ontwerp bijvoorbeeld rekening houden met het terugdringen van milieueffecten, geluid, fijnstof en hittestress. Ook kan hij of zij de gebruiker met zijn ontwerp uitnodigen om gezonder te leven, om meer te bewegen bijvoorbeeld of gezonder te eten. “En ook in het bevorderen van sociale gezondheid kan de stedenbouwkundige met de organisatie van een woonomgeving wel degelijk invloed uitoefenen”, zegt Moerman. “Denk aan inclusiviteit, de toegang tot voorzieningen het voorkomen van eenzaamheid.”
Moerman toont twee projecten van zijn bureau, waarvan bij het ontwerp gezondheid een rol speelde: Geworteld wonen in Rijswijk en de Knarrenhof in Zwolle. Bij beide projecten is er veel gedeeld groen. En in Rijswijk parkeren de bewoners op een gezamenlijke parkeerplaats op enige afstand van de woning. “Is er een in Amsterdam wel ruimte voor dit soort projecten?”, vraagt iemand in de zaal. Moerman realiseert zich dat dat in de stad wel lastig zal worden. “Maar in groter Amsterdam moet daar zeker ruimte voor zijn.”
Over Zorg2025
De Amsterdam Economic Board organiseert vier keer per jaar Zorg2025 bijeenkomsten, samen met de Rabobank, SIGRA, ahti en de Kamer van Koophandel. Deze ontmoetingsavonden zijn gericht op het samenbrengen van zorginnovators, bedrijfsleven, onderzoekers en kennisinstellingen op het gebied van gezondheid en preventie. Het uitgangspunt is om kennis, nieuw onderzoek en innovatieve toepassingen te delen. Drie gastsprekers –meestal een uit het bedrijfsleven, een onderzoeker en een zorgverlener –geven inzicht in de ontwikkelingen, noodzaak en mogelijkheden van innovatie op het gebied van gezondheidszorg en welzijn. Na de inspirerende lezingen kun je tijdens de borrel napraten en netwerken.
De volgende Zorg2025-bijeenkomsten staan gepland op 19 september en 19 november.